Voor mij is het echte visseizoen vanaf 1 juni tot, zeg maar eind september, medio oktober. Dan probeer ik één keer per week achter de snoekbaars aan te gaan, bijna altijd met mijn maatje Pie, maar die was er helaas niet bij vandaag. Ik vis op de Bergsche Maas vanaf de kant statisch met een dood aasvisje. Snoekbaars is een leuke vis om te vangen, en om er af en toe eentje op te eten.
Normaliter nemen de vangsten af als het kouder wordt. De theorie zegt dat ze dan naar dieper water gaan en na een paar keer een nul scoren in de kou stop ik er meestal maar mee en vertrouw ik op de theorie. Dat komt me dan ook wel goed uit eigenlijk.
Dit jaar is dat anders, hoge temperaturen, weinig regen, dan zitten ze nog ondiep. En ook de praktijk wijst dat uit. Het is medio november en ik vang ze nog steeds! Meestal laat in de schemering krijg ik één of twee keer een aanbeet en die moet ik dan verzilveren.
Zo ook afgelopen woensdag,de 18e november. Ik check het weer, mwâh, regen in de avond, dan ben ik al weer terug. Stevig windje vanuit het zuidwesten, dat is een mooie windrichting en ik zit achter een dijk. Komende dagen regen en volgende week wordt het koud, dan zal het wel niet meer lukken. Nú moet ik gaan dus. Aasvisjes vangen lukt me niet, hmmmmm, gelukkig heb ik nog een stuk of wat in de vriezer liggen. Dan maak ik die ook een keer op. Krabben zijn dol op ontdooide visjes, ik hoop maar dat die hun ‘winterstekken’ hebben opgezocht en ik rustig kan vissen zonder die irritante trilletjes en vervolgens aangevreten visjes of erger nog, kale haken.
Om half vier ’s middags kom ik aan de waterkant. ‘Henk de tank’ zit er, die zie ik hier regelmatig en drie Roemeense mannen, die geen Nederlands spreken, maar wel met een vuilniszak rondlopen om alle achtergelaten zooi van collega-vissers op te ruimen. Dat stemt me meteen al positief.
Ik verwacht een ‘mooi moment’ tussen half vijf en vijf uur, dan zet de schemering stevig in en wordt het donker. Het water staat hoog, mocht ik beet krijgen dan laat ik de vis in het diepe moe worden en probeer ik ‘m daarna aan de oppervlakte te krijgen zodat ik ‘m over de rand met stenen heen kan slepen.
Nouja, we zien wel…… en tikketik…., verrek ik heb al beet…, snel de hengel uit de steun in mijn hand en het tikken gaat door. Ik sla aan en…. Ja hoor hangen. Ik voel dat er een mooie snoekbaars aan hangt die bonkt en naar de bodem wil. Voor de kant opnieuw stevig bonken, maar gelukkig kan ik ‘m over de stenen en het gras naar me toe trekken.
Ik verexcuseer me bij mijn collegavissers, die immers al langer zitten dan ik en nog geen actie hebben gehad, maar ben best blij met mijn november 60+ snoekbaars in het licht. Tsjee, het kan dus nog. Ik heb nu al geen spijt dat ik gegaan ben.
Snel nieuw aas eraan en ik gooi opnieuw in. Snoekbaars is immers meestal niet alleen dus wie weet…. Binnen een kwartier heb ik weer beet, het voelt een beetje genânt.
Weer een behoorlijke vis, dat voel ik zo, maar het zwemt anders. Ik weet niet wat me te wachten staat, maar er komt iets zilvers boven. Een roofblei, en geen kleintje ook. Een dikke zestiger. Ik ben blij, maar voel me wat ongemakkelijk ten opzichte van mijn collegavissers. Jaja, Lucky me, maar you cannot eat this fish probeer ik het leed wat te verzachten.
Ongelooflijk…. Inderdaad Lucky me.
Mijn visavontuur is al geslaagd. Ik zit nog een keer met mijn lijnen in de knoop en raak daarbij twee ontdooide aasvisjes kwijt en stuur wat enthousiaste appjes naar vismaatje Pie en het thuisfront (goedzo papa!).
Het is nog niet donker en alweer een rammel op mijn hengeltop. Snel de hengel in mijn hand en ik krijg een flinke zwiep. Nou, dan sla ik maar meteen aan. Ik voel vis, groot en zwaar, maar het bonkt niet. Zolang mijn hengel krom hangt zit het er nog aan, maar de twijfel slaat toe. Henk vraagt zich hardop af of ik wel vis heb. Het voelt of ik een afgevallen tak naar boven sleep. Voor de kant begint de tak opeens gas te geven en zwemt het weg. Mijn slip wordt op de proef gesteld. Dan opeens wordt de vis zichtbaar…. Ongeloof en blijdschap. Ik ga mijn eerste meerval ooit vangen en het lukt! Je weet dat het kan en ooit zal gebeuren, en nu gebeurt het! Achteraf ben ik blij dat de vis mooi gehaakt in z’n mondhoek zat en niet té groot is. De kleinste van het drietal van vanavond (54 cm), maar dat mag de pret niet drukken. Mijn eerste meerval ooit zorgt voor een gouden afsluiting van het seizoen.
Ik voel de blikken van mijn Roemeense collega’s jaloers in mijn rug priemen en kan niet anders doen dan ‘miaaauw, its a catfish’ uitbrengen. Ik krijg een flauw lachje terug.
Zeer tevreden ga ik terug naar huis. Wat een seizoensafsluiting!